Naar nieuwsoverzicht

Checklist rechten OR bij een thuiswerkregeling

18-11-2020
Checklist rechten OR bij een thuiswerkregeling

Welke rechten heeft de OR bij thuiswerken? Bij de invoering van thuiswerken in de organisatie heeft de OR inspraak. Aan de hand van onderstaande checklist kunnen bestuurder en OR zien welke rechten de OR heeft bij het invoeren van thuiswerken. 

1. De regeling thuiswerken

De bestuurder heeft de instemming van de OR nodig voor elk voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden (artikel 27, lid 1d WOR). Dit betekent dat de bestuurder de instemming van de OR nodig heeft bij het invoeren van een regeling voor thuiswerken. Belangrijke onderdelen van de thuiswerkregeling zijn de werkplekinrichting en de psychosociale belasting van thuiswerken. De thuiswerkplekken moeten voldoen aan de eisen die in de Arbeidsomstandighedenwet en -besluit zijn genoemd. Verder is uit onderzoek gebleken dat verplicht thuiswerken het stressniveau van werknemers verhoogd. Hoe regelt de directie de thuiswerkplek en de psychosociale belasting bij thuiswerken?

2. Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E)

Bij het invoeren van thuiswerken zal de RI&E mogelijk aangepast moeten worden. Een thuiswerkplek is immers ook een werkplek. Bij aanpassing van de RI&E heeft de OR instemmingsrecht (artikel 27, lid 1d WOR).

3. De regeling verwerken en bescherming persoonsgegevens

De bestuurder heeft de instemming van de OR nodig voor elk voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling omtrent het verwerken van, alsmede de bescherming van de persoonsgegevens van de in de onderneming werkzame personen (artikel 27, lid 1k WOR). Dit betekent dat de ondernemer de instemming nodig heeft van de OR als hij de regeling omtrent privacy moet aanpassen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van tools voor videobellen, waarbij privacy een rol speelt. Voldoet die tool aan de AVG?

4. De regeling personeelscontrole

De bestuurder heeft de instemming van de OR nodig voor elk voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling in zake voorzieningen die gericht zijn op, of geschikt zijn voor waarneming van of controle op aanwezigheid, gedrag en prestaties van de in de onderneming werkzame personen (artikel 27, lid 1l WOR). De bestuurder wil mogelijk controleren hoeveel uur de werknemer daadwerkelijk aan het werk is. Of hij wil de prestaties bij thuiswerken op een andere manier monitoren dan hij doet bij het werken op kantoor. Hoe gaat de bestuurder de personeelscontrole regelen?

5. De regeling arbeids- en rusttijden

De bestuurder heeft de instemming van de OR nodig voor elk voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een arbeids- en rusttijdenregeling (artikel 27, lid 1b WOR). Mogelijk wil de bestuurder iets anders regelen voor de bereikbaarheid en de werktijden bij thuiswerken. Ook daarvoor is de instemming van de OR voor nodig.

6. De regeling werkoverleg

De bestuurder heeft de instemming van de OR nodig voor elk door hem voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling op het gebied van het werkoverleg (artikel 27, lid 1i WOR). Op afstand werken betekent ook op een andere manier werkoverleg voeren, tenminste, als dat werkoverleg op een thuiswerkdag plaatsvindt. Als de ondernemer de regeling werkoverleg wil aanpassen vanwege thuiswerken dan heeft hij daarvoor de instemming van de OR nodig. 

7. Maatregel in verband met het milieu

De OR wordt door de bestuurder in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit tot het treffen van een belangrijke maatregel in verband met de zorg van de onderneming voor het milieu, waaronder begrepen het treffen of wijzigen van een beleidsmatige, organisatorische en administratieve voorziening in verband met het milieu (artikel 25, lid 1l WOR). Als de bestuurder thuiswerken wil inzetten als belangrijke maatregel voor de zorg voor het milieu, dan is die maatregel adviesplichtig. Uiteraard zullen bestuurder en OR vast moeten stellen of de maatregel ‘belangrijk’ genoeg is voor het adviesrecht. 

8. Een belangrijke investering

De OR wordt door de bestuurder in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit tot het doen van een belangrijke investering ten behoeve van de onderneming (artikel 25, lid 1h WOR). Bij thuiswerken zal mogelijk geïnvesteerd worden in het inrichten van thuiswerkplekken en het aanschaffen van technologische voorzieningen. Als die investering in uw organisatie ‘belangrijk’ genoeg is heeft de OR adviesrecht. 

9. Informatierecht

De bestuurder is verplicht desgevraagd aan de OR en aan de commissies van die raad tijdig alle inlichtingen en gegevens te verstrekken die deze voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze nodig hebben (artikel 31, lid 1 WOR). De inlichtingen en gegevens worden desgevraagd schriftelijk verstrekt. De bestuurder is dus verplicht om op verzoek van de OR alle gegevens te verstrekken die nodig zijn voor het vervullen van zijn taken bij het invoeren van thuiswerken.

10. Initiatiefrecht

De OR is conform het initiatiefrecht (artikel 23, lid 3 WOR) bevoegd omtrent aangelegenheden die de onderneming betreffen voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. Met het initiatiefrecht kan de OR een pro-actieve rol vervullen bij het opstellen van een thuiswerkregeling. Belangrijk hierbij is dat de OR de achterban raadpleegt en checkt wat de wensen en behoeften van de medewerkers zijn met betrekking tot de inhoud van de thuiswerkregeling. 

11. Geen instemmings- en adviesrecht bij CAO

Is thuiswerken al geregeld in de CAO? Of in een regeling vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan? Dan vervalt het advies- en instemmingsrecht. Het is waarschijnlijk dat slechts een deel van de onderwerpen bij thuiswerken is geregeld in de CAO. In dat geval moeten bestuurder en OR vaststellen waar nog wel een instemmings- of adviesrecht van toepassing is.