Naar nieuwsoverzicht

Flexwerk bedreiging duurzame inzetbaarheid

24-05-2017
Flexwerk bedreiging duurzame inzetbaarheid

Flexkrachten lopen meer gezondheidsrisico’s dan werknemers met een vast contract. Vooral jongere uitzendkrachten en oproepkrachten maken kans te blijven hangen in flexibel werk met weinig autonomie. Het risico van uitval neemt dan toe.

Nieuwe arbeidsrisico’s
Werkgevers maken steeds meer gebruik van flexibele arbeidskrachten. Hierdoor ontstaan nieuwe arbeidsrisico’s, vooral voor jonge uitzendkrachten en oproepkrachten. Die hebben vaker te maken met fysieke arbeidsbelasting en psychosociale arbeidsbelasting (PSA) dan werknemers met een vast of tijdelijk contract. Ze doen werk met minder uitdaging, minder autonomie, weinig perspectief en hebben minder baan- en inkomenszekerheid. Toch moeten ze wel kunnen doorwerken tot hun 70e.

Arbobeleid ook voor flexkrachten
Het grootste gevaar is dat deze groep blijft hangen in flexibel werk en dus langdurig met deze negatieve aspecten van het werk te maken heeft. Dat vergroot het risico van uitval door burn-out en depressie. Werkgevers moeten meer doen aan preventie om te voorkomen dat deze groep werknemers uitvalt. Ook moeten zij maatregelen nemen om de duurzame inzetbaarheid te vergroten. Dat kan door in het arbobeleid aandacht te besteden aan deze kwetsbare groep. Naast goede voorlichting, kan de werkgever de belastbaarheid van de werknemers in kaart brengen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een online vragenlijst over werk, werkplezier en loopbaanplanning. Hiermee krijgen werknemers zicht op hun eigen werkbelasting en werkvermogen. De werkgever kan eventueel een arbeidsdeskundige inschakelen om de belastbaarheid van de werknemers in kaart te brengen.