Wijziging WOR op komst

Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat zich inzetten voor het bevorderen van de medezeggenschap. Op advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) wil hij de Wet op de ondernemingsraden (WOR) aanpassen. Dit moet er onder andere toe leiden dat flexwerkers eerder toegang krijgen tot medezeggenschap.
Brief minister Koolmees
De aanpassingen staan in een Kamerbrief van minister Koolmees (SZW), in reactie op bevindingen van de Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM) van de SER. Koolmees verzocht de CBM te onderzoeken welke belemmeringen werknemers ervaren om zitting te nemen in de Ondernemingsraad. Ook werd gekeken naar de mate waarin flexkrachten bij de medezeggenschap worden betrokken. De CBM kwam vervolgens met een lijst met aanbevelingen. Eén van de aanbevelingen is de huidige wettelijke kiestermijnen in te korten. Ontwikkelingen als het inzetten van flexwerkers en minder lange dienstverbanden van werknemers met een vaste baan nopen daartoe.
Termijn actief en passief kiesrecht naar 3 maanden
De termijn voor actief kiesrecht telt nu 6 maanden en de termijn voor passief kiesrecht 12 maanden. De CBM stelt voor gelijke termijnen te hanteren voor actief en passief kiesrecht en de beide termijnen te verkorten naar 3 maanden. De WOR biedt al de mogelijkheid kortere of langere termijnen op te nemen in het OR-reglement (artikel 6 lid 5 WOR), maar daarvan wordt maar weinig gebruik gemaakt. Koolmees neemt het voorstel van de CBM over en wil de mogelijkheid laten bestaan om de termijnen aan te passen. Een mogelijke verkorting van de termijnen voor uitzendkrachten moet nog nader worden afgestemd op voorstellen van de Commissie Borstlap over het uitzendregime.
OR-leden in een vaste commissie
In lijn met het advies van de CBM wil Koolmees ook dat afgeweken kan worden van de hoofdregel dat een vaste commissie voor de meerderheid uit OR-leden moet bestaan. In dat geval moet wel het advies- en instemmingsrecht bij de Ondernemingsraad blijven. Voor deze aanpassing wordt artikel 15 lid 2 WOR gewijzigd.
Zitting hebben in COR en GOR
De CBM wil in het voorbeeldreglement van de COR duidelijker aangeven dat het geen verplichting is voor COR-leden om ook zitting te nemen in de groepsondernemingsraad (GOR). Zowel de leden van de COR als van de GOR kunnen rechtstreeks uit de OR gekozen worden. Dat zorgt ervoor dat de OR-leden minder tijd kwijt zijn aan overleg.
Ondersteuning door ambtelijk secretaris
Het voorbeeldreglement is al op andere punten aangepast. Zo wordt uitgedragen dat ondersteuning door een ambtelijk secretaris de kwaliteit van de medezeggenschap bevordert. Ook wordt benadrukt dat OR en bestuurder een convenant kunnen opstellen met afspraken over faciliteiten. De commissie stelt ook voor het recht op een ambtelijk secretaris wettelijk vast te leggen en het opstellen van een convenant te verplichten. Minister Koolmees gaat daar niet in mee, omdat de WOR die mogelijkheden al biedt. Wel wil Koolmees dat de tekst van de WOR wordt gemoderniseerd, in de zin dat zaken ook digitaal kunnen worden geregeld.
OR-ambassadeur
In het streven de naleving van de WOR te verbeteren, denkt minister Koolmees aan het inzetten van een ‘OR-ambassadeur’ op sectoraal niveau. Die moet de niet-nalevers overtuigen van het nut en de meerwaarde van een Ondernemingsraad. In de groothandel loopt alvast een pilotproject met een OR-ambassadeur.