Wijzigingen Arbowet en rol OR
De regering heeft onlangs een wetsvoorstel tot wijziging van de Arbowet bij de Tweede Kamer ingediend. In dit wetsvoorstel is veel aandacht voor versterking van de positie van de bedrijfsarts en van de preventiemedewerker. De voorgestelde wijzigingen moeten per 1 januari 2017 ingaan.
Meer invloed voor de OR
De preventiemedewerker krijgt een wettelijk recht op overleg met de arbodienstverlener en de bedrijfsarts. Ook wordt de positie van de preventiemedewerker in de organisatie versterkt doordat de OR invloed krijgt op de persoon van de preventiemedewerker. De voorgestelde wijzigingen in de Arbowet moeten de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening vergroten en de positie van de bedrijfsarts versterken. De belangrijkste wijzigingen op een rij:
- OR krijgt instemmingsrecht op de keuze voor de preventiemedewerker en zijn plek in de organisatie;
- versterking van de positie van de preventiemedewerker en de samenwerking met arbodienstverleners;
- bedrijfsarts krijgt wettelijk de ruimte voor overleg met de OR;
- de adviserende rol van de bedrijfsarts wordt concreter;
- elke werknemer moet bij de bedrijfsarts terechtkunnen voor consultatie;
- er komen minimumeisen voor het basiscontract met een arbodienst wat ten goede moet komen aan de kwaliteit van de arbodienstverlening. De Inspectie SZW krijgt meer mogelijkheden voor handhaving en toezicht.
Nu geldt het instemmingsrecht van de OR alleen op het takenpakket. De nieuwe regels geven de preventiemedewerker meer draagvlak, want hij is nu gekozen door vertegenwoordigers van de werknemers. Ook geeft het de OR medeverantwoordelijkheid voor het functioneren van de preventiemedewerker. Gaat de nieuwe wet in, dan is het instemmingsrecht nog niet van toepassing op de zittende preventiemedewerker.